Bedragen minimumloon per 1 januari 2018

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de bedragen van het wettelijk minimumloon per 1

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de bedragen van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2018 vastgesteld. Het bedrag per maand bedraagt voor een werknemer van 22 jaar of ouder € 1.578,00. Het minimumloon per week bedraagt voor deze categorie € 364,15. Per dag komt dat neer op een bedrag van € 72,83. Voor werknemers van 21 jaar of jonger gelden hiervan afgeleide bedragen.


























































 Leeftijd  Percentage  Per maand  Per week  Per dag
 22 jaar en ouder  100%  € 1.578,00  € 364,15  € 72,83
 21 jaar    85%  € 1.341,30  € 309,55  € 61,91
 20 jaar    70%  € 1.104,60  € 254,90  € 50,98
 19 jaar    55%  €    867,90  € 200,30  € 40,06
 18 jaar    47,5%  €    749,55   € 172,95  € 34,59
 17 jaar    39,5%  €    623,30  € 143,85  € 28,77
 16 jaar    34,5%  €    544,40  € 125,65  € 25,13
 15 jaar    30%  €    473,40  € 109,25  € 21,85

Compensatieregeling zwangere zelfstandigen

Naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 juli heeft de minister van

Naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 juli heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten een compensatieregeling te treffen. De regeling is bedoeld voor vrouwelijke zelfstandigen die zijn bevallen tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008. De compensatieregeling zal worden opgenomen in een ministeriële regeling.


Op hoofdlijnen ziet deze er als volgt uit. Vrouwelijke zelfstandigen, beroepsbeoefenaren en meewerkende echtgenoten hebben recht op compensatie als ze zijn bevallen tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008. De compensatie moet binnen drie maanden na publicatie van de regeling worden aangevraagd bij het UWV. De hoogte van de compensatie bedraagt 90% van het wettelijk minimumloon 2017 per dag inclusief vakantiebijslag en wordt berekend over 80 dagen. Dat komt neer op een bedrag van ongeveer € 5.600.

Dienstbetrekking voor grootaandeelhoudster

Wie in dienstbetrekking werkt, is in beginsel verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Er

Wie in dienstbetrekking werkt, is in beginsel verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Er geldt een uitzondering voor de dga. Bepalend voor de toepassing van de uitzondering is het ontbreken van de gezagsverhouding in de arbeidsrelatie tussen de dga en de bv waarvoor hij werkt.


Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat niet aan de voorwaarden voor de uitzondering op de verzekeringsplicht is voldaan in de volgende situatie. Een holding-bv heeft certificaten van aandelen uitgegeven. Alle certificaten worden gehouden door de leden van een gezin. Moeder heeft 50% en ieder van haar drie kinderen heeft 16 2/3% van de certificaten. Het bestuur van de holding bestaat uit drie leden, namelijk moeder, een van de kinderen en een derde persoon. Alle leden hebben één stem in het bestuur. De holding houdt alle aandelen in een tussenholding, die de bestuurder is van de werkmaatschappij. Moeder is de enige bestuurder van de tussenholding en feitelijk werkzaam voor de dochtermaatschappij.


Volgens het hof voldoet de arbeidsverhouding tussen moeder en de dochtermaatschappij aan de criteria voor een dienstbetrekking. Een van deze criteria is de aanwezigheid van een gezagsverhouding. Bij de beoordeling of tussen een natuurlijk persoon en een rechtspersoon een gezagsverhouding bestaat, is niet van belang wie deel uitmaken van het orgaan van de rechtspersoon dat instructies aan die natuurlijke persoon kan geven. Het bestaan van een gezagsverhouding moet niet materieel, maar formeel worden getoetst.


Het hof vond aannemelijk dat moeder de aanwijzingen van het bestuur van de dochtermaatschappij moest opvolgen. Dat zij als lid van het bestuur van de holding, als bestuurder van de tussenholding en als moeder van het gezin invloed kon uitoefenen op de aanwijzingen die aan haar konden worden gegeven vindt het hof niet van belang. Het hof is van oordeel dat sprake is van een gezagsverhouding. De overige criteria voor het bestaan van een dienstbetrekking, namelijk de verplichting om de werkzaamheden persoonlijk te verrichten en de daar tegenoverstaande betaling van loon, waren niet in geschil. Daarom heeft het hof de arbeidsrelatie aangemerkt als een dienstbetrekking, met verplichte verzekering tot gevolg.