Wetsvoorstel btw-behandeling vouchers aangenomen
08 maart 2018
Het wetsvoorstel betreffende de btw-behandeling van vouchers is door de Eerste Kamer als hamerstuk afgedaan. Een hamerstuk is een wetsvoorstel waarover niemand tijdens een plenaire vergadering het woord wenst te voeren en dat zonder stemming wordt aanvaard.
De wet is bedoeld ter invoering van de Europese voucherrichtlijn in de Wet op de omzetbelasting. De richtlijn omvat een definitie, een onderverdeling in soorten vouchers en regels over het al dan niet heffen van btw bij transacties met vouchers. De richtlijn heeft alleen betrekking op vouchers die kunnen worden ingewisseld voor goederen of diensten. Vouchers die recht geven op korting bij de aankoop van goederen of diensten vallen niet onder de nieuwe regels.
De soort voucher bepaalt of btw wordt geheven bij de uitgifte of op het moment van gebruik van de voucher. Er wordt onderscheid gemaakt in vouchers voor enkelvoudig en voor meervoudig gebruik. Bij vouchers voor enkelvoudig gebruik wordt btw geheven bij de uitgifte en bij iedere doorverkoop van de voucher. De maatstaf van heffing is de vergoeding die voor de voucher wordt betaald. De uitgifte en doorverkoop van vouchers voor meervoudig gebruik blijft buiten de btw-heffing. De heffing vindt dan plaats bij de inwisseling van de voucher. Voor de maatstaf van heffing gelden specifieke bepalingen. Uitgangspunt voor de maatstaf van heffing is het bedrag dat de consument heeft betaald bij de aankoop van de voucher of de intrinsieke waarde van de voucher.
Een voucher kan een fysieke of een elektronische vorm hebben. De nieuwe regeling moet zorgen dat situaties van dubbele of van niet-heffing bij grensoverschrijdende vouchers met ingang van 1 januari 2019 niet meer kunnen voorkomen. Grensoverschrijdend gebruik van vouchers vindt voornamelijk plaats bij telefoonkaarten.
In verband met de wetswijziging zal het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 moeten worden aangepast. Dat besluit bevat bepalingen over ondernemers, die aan afnemers zegels of waardebonnen verstrekken die zij al, dan niet met bijbetaling, kunnen inwisselen tegen goederen. Deze bepalingen zijn per 1 januari 2019 niet meer van toepassing op zegels of waardebonnen die worden aangemerkt als vouchers. Voor zegels of waardebonnen, die niet onder de nieuwe wettelijke regeling voor vouchers vallen, blijven de bestaande bepalingen van kracht. De beleidsbesluiten voor zegels en waardebonnen, voor cadeaubonnen en voor telefoonkaarten zullen ook worden aangepast aan de nieuwe voucherregels.