Controleer uw hypotheek(rente)

Gezien de lage rente die u krijgt op uw spaartegoed kan het aantrekkelijk zijn om (extra) af te lossen op

Gezien de lage rente die u krijgt op uw spaartegoed kan het aantrekkelijk zijn om (extra) af te lossen op uw hypotheekschulden. Hoewel de hypotheekrente heel laag is, ligt deze toch hoger dan de spaarrente. Boetevrije aflossing is vaak mogelijk tot 10 of zelfs 20% van de oorspronkelijke hoofdsom. Aflossing met spaargeld verlaagt bovendien het vermogen in box 3, waardoor u mogelijk minder belasting betaalt.

Heeft u de rente in het verleden voor langere tijd vastgezet op een hoger niveau dan de huidige rente? Informeer bij uw bank naar de mogelijkheid van rentemiddeling of vraag wat het u kost aan boeterente om het contract open te breken en de rente op een lager niveau vast te zetten. Omdat er altijd een deel extra mag worden afgelost, kan dit voordelig zijn. De boeterente die u bij vervroegde aflossing moet betalen is aftrekbaar.

Ondanks de kosten van een nieuwe hypotheek kan het voordeliger zijn om over te stappen. Oriënteer u ook bij andere geldverstrekkers dan uw huisbankier. Denk in dat kader aan uw eigen bv als geldverstrekker voor uw hypotheek.

Heeft u een pensioentekort?

Als u een pensioentekort heeft, zijn de premies die u betaalt voor een lijfrenteverzekering en/of

Als u een pensioentekort heeft, zijn de premies die u betaalt voor een lijfrenteverzekering en/of banksparen aftrekbaar. De aftrekbare premie of inleg bedraagt in 2019 maximaal 13,3% van de premiegrondslag. De aftrekbare premie bedraagt maximaal € 12.678.

Om de aftrekruimte dit jaar te benutten moet u de premie uiterlijk op 31 december betaald hebben. Voor de berekening van een pensioentekort moet u uitgaan van de pensioenaangroei en het inkomen van vorig jaar. U heeft vermoedelijk een pensioentekort wanneer u nu niet over uw gehele inkomen pensioen opbouwt. Heeft u een pensioentekort en de afgelopen zeven jaar de jaarlijkse aftrekruimte niet benut, dan heeft u recht op een extra aftrek van 17% van de premiegrondslag met een maximum van € 7.254.

Btw dubieuze debiteuren

Teruggaaf van btw die u aan dubieuze debiteuren heeft berekend gaat via de reguliere periodieke aangifte.

Teruggaaf van btw die u aan dubieuze debiteuren heeft berekend gaat via de reguliere periodieke aangifte. Dat kan zodra duidelijk is dat de debiteur vermoedelijk niet meer zal betalen. Daarvan is in ieder geval sprake als de vervaldatum van de factuur een jaar verstreken is. In de eerste aangifte van 2020 kan de btw teruggevraagd worden van niet betaalde facturen van voor 2019. Mochten deze alsnog betaald worden, dan moet u de teruggevraagde btw afdragen.

Vraag middeling aan

De middelingsregeling is bedoeld om mensen tegemoet te komen die een sterk wisselend inkomen in box 1

De middelingsregeling is bedoeld om mensen tegemoet te komen die een sterk wisselend inkomen in box 1 hebben. Daardoor kunt u het ene jaar wel en het andere jaar niet in het hoogste belastingtarief vallen met als gevolg dat u in totaal meer belasting hebt betaald dan bij een gelijkmatige verdeling van de inkomens over de jaren. Met de middelingsregeling kan een vermindering van belasting worden verkregen. De inkomens over drie opeenvolgende jaren worden gemiddeld waarna de belasting per jaar over het gemiddelde inkomen wordt berekend.

Het verschil tussen de aanvankelijk berekende belasting en de herrekende belasting, verminderd met een drempelbedrag van € 545, wordt op verzoek teruggegeven.

U moet een middelingsverzoek indienen binnen drie jaar nadat de laatste aanslag over de betrokken jaren definitief is geworden. Een kalenderjaar mag maar één keer in een middeling worden betrokken. De keuze voor een middelingstijdvak kan veel verschil maken voor de hoogte van het terug te ontvangen bedrag.

Hoog btw-tarief voor alcohol in restaurant

Voor de heffing van omzetbelasting geldt als uitgangspunt dat iedere prestatie afzonderlijk wordt

Voor de heffing van omzetbelasting geldt als uitgangspunt dat iedere prestatie afzonderlijk wordt beoordeeld. Prestaties die economisch als één prestatie worden gezien mogen niet kunstmatig gesplitst worden. Onderling samenhangende prestaties worden als één prestatie aangemerkt als één van de prestaties de hoofdprestatie vormt en de andere als bijkomende prestaties worden gezien. In dat geval geldt voor het totaal van de prestaties het tarief dat voor de hoofdprestatie geldt, ook al zou voor een bijkomende prestatie, als deze afzonderlijk werd verricht, een ander tarief gelden. De Europese btw-richtlijn staat de lidstaten uitdrukkelijk toe om voor restaurantdiensten een uitzondering te hanteren in hun wetgeving door twee tarieven te hanteren en de levering van alcoholhoudende drank uit te sluiten van het verlaagde tarief. Nederland heeft van deze mogelijkheid gebruikt gemaakt.

Op de verkoop van alcoholhoudende dranken is het algemene, hoge tarief van de omzetbelasting van toepassing. Op de verstrekking van maaltijden in horecagelegenheden is het lage tarief van toepassing. Een horecaondernemer bepleitte toepassing van het lage tarief op de door hem bij lunches en diners geserveerde alcoholhoudende dranken. Volgens de horecaondernemer gaat de verstrekking van alcoholhoudende drank op in de verstrekking van maaltijden als hoofdprestatie. 

Nadat eerder de rechtbank en het hof hebben geoordeeld dat de regeling in de Nederlandse wet in overeenstemming is met de btw-richtlijn, komt de Hoge Raad tot hetzelfde oordeel. Het lage tarief van de omzetbelasting is niet van toepassing op de verstrekking van alcoholhoudende drank, ook al vormen restaurantdiensten gezamenlijk één dienst, waarbij de verstrekking van maaltijden de hoofdprestatie is.

Werkgever moet slapend dienstverband op verzoek werknemer beëindigen

Het Burgerlijk Wetboek geeft de werkgever de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst met een langdurig

Het Burgerlijk Wetboek geeft de werkgever de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer op te zeggen nadat de periode van verplichte loondoorbetaling is verstreken. Aan de mogelijkheid tot opzegging zijn voorwaarden verbonden. Aannemelijk moet zijn dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid ook niet in aangepaste vorm kan worden verricht. Er is geen wettelijke verplichting voor de werkgever om een zogenaamd slapend dienstverband op te zeggen. Een belangrijke reden voor werkgevers om geen gebruik te maken van de bevoegdheid tot opzegging van een slapend dienstverband is de verplichting om een transitievergoeding aan de werknemer te betalen. Per 1 april 2020 treedt de Wet Compensatie Transitievergoeding (WCT) in werking. De WCT compenseert de werkgever voor de door hem bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer betaalde transitievergoeding. De compensatie geldt voor met ingang van 1 juli 2015 betaalde transitievergoedingen. Deze compensatie zal worden betaald uit het Algemeen werkloosheidsfonds. Dit fonds wordt gefinancierd uit werkgeverspremies.

De Hoge Raad heeft in antwoord op prejudiciële vragen geoordeeld dat het niet beëindigen van een slapend dienstverband in strijd is met goed werkgeverschap. Volgens de Hoge Raad moet een slapend dienstverband in beginsel worden beëindigd als de werknemer daarom vraagt en de werkgever geen redelijk belang heeft bij voortzetting van het dienstverband. Goed werkgeverschap brengt dan volgens de Hoge Raad mee dat aan de werknemer een transitievergoeding wordt betaald. Die vergoeding behoeft niet meer te bedragen dan hetgeen aan transitievergoeding verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer de arbeidsovereenkomst had kunnen beëindigen. 

Een gerechtvaardigd belang van de werkgever bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst kan zijn dat de werknemer reële re-integratiemogelijkheden heeft. De omstandigheid dat de werknemer op het moment dat hij zijn beëindigingsvoorstel doet de pensioengerechtigde leeftijd bijna heeft bereikt, is geen gerechtvaardigd belang.

Verrekenbeding huwelijkse voorwaarden

Huwelijkse voorwaarden is de manier waarop echtgenoten afwijkingen van het wettelijke regime van de

Huwelijkse voorwaarden is de manier waarop echtgenoten afwijkingen van het wettelijke regime van de verdeling van goederen vastleggen. Huwelijkse voorwaarden bevatten vaak een vorm van periodieke verrekening van de inkomsten. In veel gevallen vervalt het recht op verrekening als er niet binnen een zekere termijn is verrekend. In de praktijk vindt periodieke verrekening tijdens het huwelijk vrijwel nooit plaats. Mocht het huwelijk stranden, dan kan het niet verrekenen ertoe leiden dat het totale vermogen wordt verdeeld alsof er een gemeenschap van goederen was. Wie dat wil voorkomen doet er goed aan voor het einde van het jaar het inkomensoverschot te verdelen.

Betaal hypotheekrente vooruit

Vooruitbetaalde hypotheekrente is aftrekbaar als deze betrekking heeft op de eerste zes maanden van het

Vooruitbetaalde hypotheekrente is aftrekbaar als deze betrekking heeft op de eerste zes maanden van het volgende jaar. Het kan aantrekkelijk zijn om hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2020 nog in 2019 te betalen. De betaling verlaagt uw banktegoed en daarmee de belastingheffing in box 3. Daarnaast wordt het effect van de hypotheekrenteaftrek in 2020 verkleind door de verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting. Ook als u in 2020 een lager inkomen verwacht is het voordelig om de hypotheekrente vooruit te betalen.

Aftrek geen of lage hypotheek
Als de betaalde hypotheekrente lager is dan het eigenwoningforfait heeft u recht op een aftrek. Deze aftrek voorkomt een bijtelling bij het inkomen voor huisbezitters die hun hypotheek (bijna) hebben afgelost. Met ingang van 1 januari 2019 vermindert de aftrek in een periode van 30 jaar.

Afkoop pensioen in eigen beheer?

Tot eind 2019 heeft u de mogelijkheid om een in eigen beheer opgebouwde pensioenvoorziening fiscaal

Tot eind 2019 heeft u de mogelijkheid om een in eigen beheer opgebouwde pensioenvoorziening fiscaal vriendelijk af te kopen. Dat gebeurt door eerst de pensioenaanspraak op de balans van de bv belastingvrij te verlagen van de commerciële naar de fiscale waarde. Vervolgens moet loonbelasting worden berekend over de fiscale waarde minus een korting. Deze korting bedraagt 19,5% in 2019.

Overweegt u afkoop van de voorziening, dan verdient het de voorkeur om dat nog in 2019 te doen vanwege de korting. De korting wordt berekend over de fiscale balanswaarde van het pensioen op 31 december 2015. Ook als de pensioenaanspraak is omgezet in een oudedagsverplichting heeft u tot en met 2019 de mogelijkheid om deze af te kopen. De kortingsregeling geldt ook bij afkoop van een oudedagsverplichting.

Bij afkoop van het pensioen in eigen beheer hoeft geen revisierente betaald te worden.

Bijtelling auto van de zaak

Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer

Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto's die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto's van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.

Bijtelling elektrische auto
De bijtelling voor een elektrische auto bedraagt 4% van de catalogusprijs. Sinds 2019 is de verlaagde bijtelling voor nieuwe auto's beperkt tot de eerste € 50.000 van de catalogusprijs en geldt voor het meerdere de reguliere bijtelling van 22%. Met ingang van 2020 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's omhoog naar 8% over de eerste € 45.000. Per 1 januari 2021 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's verder omhoog naar 12% over de eerste € 40.000.

Overweegt u een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2019 om gedurende 60 maanden het voordeel van de lagere bijtelling te hebben. Omdat de verlaagde bijtelling voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet geldt, kunt u overwegen om een jonge gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. Dat kan ook nog in 2020. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.

Controleer de rittenadministratie
Er hoeft geen bijtelling plaats te vinden als uw werknemer kan bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé rijdt met de auto. Dat bewijs kan hij leveren met een sluitende rittenadministratie. U moet deze rittenadministratie controleren en bij de loonadministratie bewaren. Klopt de administratie niet, dan moet u bijtellen bij het loon van de werknemer. Ook bij gebruik van een verklaring geen privégebruik auto moet uw werknemer kunnen bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé met de auto rijdt.