Bpm bij huur buitenlandse auto

Voor het gebruik van de weg in Nederland met een auto door een inwoner van Nederland is in beginsel bpm

Voor het gebruik van de weg in Nederland met een auto door een inwoner van Nederland is in beginsel bpm verschuldigd. Dat geldt ook als de auto is voorzien van een buitenlands kenteken of als de auto in het buitenland is gehuurd. Wel moet bij huur rekening gehouden worden met de duur van de huurovereenkomst of met de duur van het gebruik van het Nederlandse wegennet. De wettelijke regeling voorziet daarin, aangezien de belasting direct wordt verminderd met de aan het einde van de huurperiode te verlenen teruggaaf. Feitelijk wordt daardoor niet meer aan belasting geheven dan overeenstemt met de duur van de huurovereenkomst.


Volgens rechtspraak van het Hof van Justitie EU is het de lidstaten toegestaan een registratiebelasting zoals de bpm te heffen ter zake van het gebruik van de weg door ingezetenen met een voertuig dat in een andere lidstaat is geregistreerd en dat voor een periode van enkele maanden van een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter is gehuurd. Wel moet er voor een dergelijke heffing een dwingende reden van algemeen belang zijn en moet het evenredigheidsbeginsel geëerbiedigd worden. Het milieu is een erkende dwingende reden van algemeen belang. Een belasting, zoals de bpm, die (mede) afhangt van de CO2-uitstoot van een voertuig is een geschikt middel om de doelstelling van milieubescherming te verwezenlijken.

Wetsvoorstel uitfasering aftrek geen of geringe eigenwoningschuld aangenomen

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel, waarmee de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld in 30

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel, waarmee de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld in 30 jaar wordt uitgefaseerd, aangenomen. De aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld houdt in, dat er per saldo geen bijtelling bij het inkomen in box 1 plaatsvindt wanneer het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare, betaalde rente op de eigenwoningschuld. Voorafgaand aan de stemming zijn door diverse Kamerleden opmerkingen gemaakt over het tempo waarin het wetsvoorstel moest worden behandeld.


De Kamer heeft een motie die betrekking heeft op dit wetsvoorstel aangenomen. In deze motie wordt het kabinet opgeroepen om bij de voor het jaar 2020 voorziene evaluatie van de fiscale regelingen omtrent de eigen woning aandacht te besteden aan mogelijke andere vormen van fiscale behandeling, zoals het onderbrengen van de eigen woning in box 3 in plaats van in box 1.

Premiepercentages 2018

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de premiepercentages voor 2018 vastgesteld. Het

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de premiepercentages voor 2018 vastgesteld. Het betreft de premies voor de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (Anw), de sectorfondsen, het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf), het Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo), het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en de opslag op de basispremie Aof voor de kinderopvangtoeslag. Daarnaast heeft de minister het maximumpremieloon vastgesteld voor de heffing van de premies werknemersverzekeringen. Tot slot heeft hij de loongrens voor indeling in de sector grootwinkelbedrijf geïndexeerd.












































Omschrijving 2018 2017
Premie AOW 17,90% 17,90%
Premie Anw 0,10% 0,10%
Sectorfondsen, gemiddelde premie 1,37% 1,36%
Premie Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) 2,85% 2,64%
Premie Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) 0,78% 0,78%
Premie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) 6,27% 6,16%
Opslag kinderopvangtoeslag 0,50% 0,50%
Maximum premieloon per jaar € 54.614 € 53.701
Loongrens indeling sector Grootwinkelbedrijf € 6.156.392 € 6.026.424


Het maximumpremieloon bedraagt in 2018 € 13.653,50 per kwartaal en € 4.551,16 per maand. Bij de berekening is uitgegaan van 260 dagen per kalenderjaar. Voor een werknemer die recht heeft op vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of daarmee overeenkomende aanspraken gelden afwijkende bedragen.

Eindejaarstips voor de dga

Wat doet u met uw pensioen in eigen beheer?De mogelijkheid om binnen de eigen bv een pensioenvoorziening

Wat doet u met uw pensioen in eigen beheer?
De mogelijkheid om binnen de eigen bv een pensioenvoorziening op te bouwen is afgeschaft. Voor zover dat nog niet is gedaan, moet u bepalen wat u met het opgebouwde pensioen gaat doen. Er waren drie mogelijkheden:



  1. afkoop;

  2. omzetten in een oudedagsverplichting;

  3. premievrij maken.

Afkoop
U heeft tot en met 2019 de mogelijkheid om het opgebouwde pensioen in eigen beheer fiscaal vriendelijk af te kopen. Dat gebeurt door eerst de pensioenaanspraak op de balans van de bv belastingvrij te verlagen van de commerciële naar de fiscale waarde. Bij de berekening van loonbelasting over de fiscale waarde krijgt u een korting. Deze korting bedraagt 34,5% in 2017, 25% in 2018 en 19,5% in 2019. Bij afkoop van het pensioen in eigen beheer hoeft geen revisierente betaald te worden.


Let op! De korting wordt verleend over de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting op 31 december 2015.


Omzetting
Tot en met 2019 heeft u de mogelijkheid om uw pensioenaanspraak om te zetten in een oudedagsverplichting. Vóór omzetting wordt de pensioenvoorziening belastingvrij verlaagd tot de fiscale waarde. Aan de oudedagsverplichting wordt ieder jaar ten laste van de winst rente toegevoegd. Desgewenst kunt u de oudedagsverplichting om laten zetten in een lijfrente. Doet u dat niet, dan wordt het opgebouwde bedrag in beginsel vanaf uw AOW-leeftijd in 20 jaar uitgekeerd.


Let op! Ook na omzetting van de pensioenvoorziening in een oudedagsverplichting kan tot en met 2019 worden afgekocht. De kortingsregeling geldt ook bij afkoop na omzetting in een oudedagsverplichting.


Premievrij maken
Tot 1 juli had u de mogelijkheid om de in eigen beheer opgebouwde aanspraken premievrij te maken. Dat wil zeggen dat er geen verdere opbouw plaatsvindt, maar de voorziening in stand blijft. Indexering van de opgebouwde aanspraken is mogelijk als dat in de pensioenregeling is toegezegd. Te zijner tijd zal de bv pensioen moeten gaan uitkeren of de pensioenvoorziening overdragen aan een
verzekeringsmaatschappij.


Let op! De verschillen tussen commerciële en fiscale waarde van de pensioenvoorziening blijven bestaan met alle nadelen daarvan, zoals het mogelijk niet kunnen uitkeren van dividend.


Ingegaan pensioen
Het gefaciliteerd afkopen van pensioen in eigen beheer is ook mogelijk als het pensioen al is ingegaan. De korting bij afkoop wordt dan berekend over de fiscale waarde op het moment van afstempelen en niet over de hogere fiscale waarde ultimo 2015.


Tip! Laat u goed en tijdig adviseren voordat u iets doet met uw pensioenvoorziening.


Is uw lening aan de bv zakelijk?
Een lening die een dga verstrekt aan zijn bv valt in box 1 van de inkomstenbelasting. De rente die de bv betaalt is aftrekbaar van de winst en bij de dga progressief belast. Wanneer de bv niet meer aan haar rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen, is de vordering minder waard. De dga kan de waardevermindering ten laste van zijn inkomen brengen, tenzij de lening onzakelijk is. Dat is het geval als de dga een debiteurenrisico loopt dat een onafhankelijke derde niet zou hebben geaccepteerd. Probleem is dat de dga meer dan wie ook betrokken is bij het reilen en zeilen van de bv. Hij zal dus eerder geneigd zijn om geld te lenen aan zijn bv of zich borg te stellen voor leningen van de bank dan een willekeurige derde.


Factoren die de zakelijkheid van een lening beïnvloeden zijn de hoogte van de lening in verhouding tot het eigen vermogen, de looptijd, de aflossingsverplichtingen, het rentepercentage, een achterstelling bij andere schulden en de verstrekte zekerheden. Een onzakelijke lening kan zich ook voordoen tussen gelieerde vennootschappen, zoals een lening van moeder- aan dochtermaatschappij of tussen zustermaatschappijen.


Let op! Ook bij borgstelling voor schulden van de bv is het van belang dat u zakelijk handelt.


De vastgelegde afspraken moeten uiteraard worden nagekomen. Als de bv niet voldoet aan de aflossings- of renteverplichtingen, komt de lening in een ander daglicht te staan.


Tip! Zorg dat u zakelijk handelt als u geld uitleent aan uw bv. Stel een leningovereenkomst op en hanteer een zakelijke rente en zakelijke aflossingsvoorwaarden. Vergeet niet om zekerheden te vragen!


Pas zo nodig een bestaande leningovereenkomst aan.


Klopt de hoogte van uw salaris?
De dga en zijn partner zijn wettelijk verplicht om voor hun werk voor de bv ten minste het hoogste van de volgende bedragen aan salaris te ontvangen:



  1. 75% van het salaris uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;

  2. het hoogste salaris van de overige werknemers van de bv;

  3. € 45.000.

De bv mag aannemelijk maken dat het salaris lager moet zijn. Er mag rekening worden gehouden met een afwijking ten opzichte van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking van 25%, zolang het loon daardoor niet lager wordt dan € 45.000.


Let op! Deze verplichting geldt voor iedere bv waarin u of uw partner een aanmerkelijk belang heeft en waarvoor u werkt.


Tip! Deze regeling hoeft niet te worden toegepast als uw werkzaamheden zo beperkt zijn dat een daarvoor gebruikelijke beloning niet hoger is dan € 5.000 bruto per jaar.


Laat uw bv dividend uitkeren
Denk eens aan het uitkeren van dividend door de bv in plaats van het betalen van een hoger salaris. Dat kan voordeliger uitpakken. Voorwaarde is dat de bv voldoende vrij uitkeerbare reserves heeft. Het maximale tarief van de inkomstenbelasting bedraagt momenteel 52%. Winst van de bv is belast met 20% (boven € 200.000 winst 25%) vennootschapsbelasting. Van de resterende 80% gaat 25% inkomstenbelasting af als de bv die uitkeert als dividend aan de dga.


Let op! Eerst moet worden vastgesteld dat de bv na de dividenduitkering nog aan haar verplichtingen kan voldoen.


Tip! Overweeg om de bv dividend uit te laten keren in plaats van een tantième.


Afhankelijk van uw vermogen in box 3 kan het uitstel van dividenduitkering tot na 1 januari voordelig zijn omdat u op die manier belasting kunt besparen.

Eindejaarstips omzetbelasting

Voorkom belastingrente door tijdig suppletieaangifte te doenOndernemers, die hun btw-aangifte over 2017

Voorkom belastingrente door tijdig suppletieaangifte te doen
Ondernemers, die hun btw-aangifte over 2017 willen corrigeren of die een balanspost btw van 2017 willen aangeven, kunnen berekening van belastingrente voorkomen door dit vóór 1 april 2018 te doen. Voor een suppletieaangifte kunt u gebruik maken van een speciaal formulier op de website van de Belastingdienst. Bedragen van minder dan € 1.000 kunnen in de eerstvolgende reguliere aangifte omzetbelasting worden verwerkt.


Denk aan privégebruik
Bij de aangifte over het laatste kwartaal van 2017 moet u btw afdragen over het privégebruik van zaken die tot de onderneming behoren. Voor het privégebruik van de auto kunt u gebruikmaken van een forfaitaire regeling. U draagt dan 2,7% van de catalogusprijs van de auto af. In plaats van de forfaitaire regeling kunt u ervoor kiezen om btw te betalen over het werkelijke privégebruik. Dit kan voordeliger zijn.


Tip! Voor een auto die inclusief het jaar van ingebruikname vijf jaar in de onderneming is gebruikt, geldt een lager forfait van 1,5%. Heeft u bij de aankoop van de auto geen btw in aftrek gebracht, dan mag u altijd uitgaan van het lagere forfait.


Denk aan de herziening aftrek voorbelasting
De btw op bedrijfsmiddelen komt in aftrek naar gelang van de mate waarin u de bedrijfsmiddelen voor btw-belaste prestaties gebruikt. Heeft u de btw op bedrijfsmiddelen in het verleden geheel of gedeeltelijk in aftrek gebracht, dan moet de aftrek worden herzien als de mate van gebruik voor belaste prestaties verandert. Voor onroerende zaken is de herzieningstermijn negen jaar volgend op het jaar waarin u de zaak bent gaan gebruiken. Voor roerende zaken waarop u afschrijft geldt een termijn van vier jaar volgend op het jaar van ingebruikname. Bent u een bedrijfsmiddel in 2017 meer gaan gebruiken voor vrijgestelde prestaties, dan moet u de herzienings-btw verwerken in de laatste aangifte van dit jaar. Heeft u door het veranderde gebruik in het verleden te weinig btw in aftrek gebracht, dan heeft u recht op teruggaaf van btw. Ook deze teruggaaf verwerkt u in de laatste aangifte van het jaar.


Vraag om teruggave van btw op dubieuze debiteuren
Met ingang van 2017 hoeft u voor teruggaaf van btw die u aan dubieuze debiteuren heeft berekend geen apart verzoek meer te doen. U kunt het bedrag van de teruggaaf in mindering brengen op de periodieke aangifte. Dat kan zodra duidelijk is dat de debiteur vermoedelijk niet meer zal betalen. Dat is in ieder geval een jaar na de vervaldatum van de factuur. In de eerste aangifte van 2018 kan de btw teruggevraagd worden van niet betaalde facturen van voor 2017. Mochten deze alsnog betaald worden, dan moet u de teruggevraagde btw afdragen. Heeft u zelf facturen van 2016 of ouder niet betaald, dan kan het zijn dat u de btw daarvan bij uw eerste aangifte van 2018 moet betalen aan de Belastingdienst.

Eindejaarstips werkgevers

Vergeet niet om WBSO aan te vragenVoor speur- & ontwikkelingswerk (S&O) heeft u recht op een

Vergeet niet om WBSO aan te vragen
Voor speur- & ontwikkelingswerk (S&O) heeft u recht op een vermindering van de afdracht van loonheffingen. Deze WBSO bedraagt in 2018 32% van het loon tot een loonbedrag van € 350.000 en 16% over het meerdere loon. Gaat u in 2018 S&O verrichten, vraag dan tijdig een S&O-verklaring aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Uw aanvraag moet één kalendermaand voor de start van de werkzaamheden zijn ingediend. Per kalenderjaar mogen drie aanvragen worden ingediend.


Denk aan de bijtelling voor de auto van de zaak
Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het inkomen worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt sinds 2017 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto’s die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling.


Let op! Voor auto’s van vóór 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22% maar 25%.


Controleer de rittenadministratie
Er hoeft geen bijtelling plaats te vinden als uw werknemer kan bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé rijdt met de auto. Dat bewijs kan hij leveren met een sluitende rittenadministratie. U moet deze controleren en bij de loonadministratie bewaren. Klopt de rittenadministratie niet, dan moet u bijtellen!


Verklaring geen privégebruik
De bijtelling kan ook achterwege blijven als uw werknemer een verklaring aflegt bij de Belastingdienst dat hij de auto niet privé gebruikt en hij deze verklaring aan u overhandigt. Ook dan moet uw werknemer kunnen bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé met de auto rijdt!


Let op! Het intrekken van een verklaring geen privégebruik in de loop van het jaar kan fiscale gevolgen hebben. De bijtelling geldt namelijk voor het gehele jaar indien een auto ter beschikking staat en moet dus gecorrigeerd worden om te voorkomen dat te weinig loonbelasting is betaald.


Benut de mogelijkheden van de werkkostenregeling
Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt 1,2% van de fiscale loonsom. Is het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemers hoger dan de vrije ruimte, dan moet u over het meerdere een zogenaamde eindheffing van 80% betalen. Het verdient daarom aanbeveling om de vrije ruimte goed in de gaten te houden.


Tip! Controleer of u de vrije ruimte volledig benut in 2017. Wijs eventueel extra vergoedingen aan die ten laste van de vrije ruimte komen. Houd daarbij wel rekening met vergoedingen en verstrekkingen die u nog voor de jaarwisseling gaat doen.


Bonussen en eindejaarsuitkeringen zijn doorgaans bruto. Ga eens na of u deze uitkeringen geheel of gedeeltelijk belastingvrij kunt doen, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor reiskosten. Mogelijk hebt u nog een deel van de vrije ruimte over om bonussen belastingvrij uit te kunnen betalen.


Let op! Niet alle vergoedingen gaan ten laste van de vrije ruimte


Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gelden aparte vrijstellingen. Deze vrijstellingen komen niet ten laste van de vrije ruimte. Wanneer de vergoeding hoger is dan de daarvoor geldende norm, dan is het deel boven de norm belastbaar loon van de werknemer. Er zijn ook verstrekkingen die op nihil worden gewaardeerd. Daarvoor hoeft dus geen bedrag bij het loon geteld te worden.

Eindejaarstips voor ondernemingen

Optimaliseer investeringsaftrekDe kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een aftrekpost, bedoeld om

Optimaliseer investeringsaftrek
De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een aftrekpost, bedoeld om de investeringen in bedrijfsmiddelen te stimuleren. De KIA bedraagt tot een bedrag van € 56.192 28% van het investeringsbedrag. Daarboven blijft de aftrek tot een investeringsbedrag van € 104.059 op het maximum van € 15.734, om daarna af te nemen. Vanaf een investeringstotaal van € 312.176 ontvangt u geen KIA meer. Door uw investeringen slim te plannen kunt u de KIA optimaliseren.


Let op! Er zijn bedrijfsmiddelen uitgezonderd van KIA.


Plan de verkoop van bedrijfsmiddelen
Bij de verkoop van bedrijfsmiddelen, waarvoor u eerder KIA hebt gehad, moet u een deel van het genoten voordeel terugbetalen wanneer de verkoop plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar van aanschaf.


Tip! Om een desinvesteringsbijtelling te voorkomen kan het zinvol zijn de verkoop uit te stellen tot na de jaarwisseling.


Extra investeringsaftrek
In aanvulling op de KIA heeft u mogelijk recht op energie-investeringsaftrek (EIA) of op milieu-investeringsaftrek (MIA). U heeft recht op EIA voor investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen. De EIA bedraagt 55% van het investeringsbedrag. Het maximale investeringsbedrag waarover aftrek wordt verleend bedraagt € 120 miljoen. U heeft recht op MIA voor investeringen in bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in de Milieulijst. Staat een bedrijfsmiddel dit jaar op de lijst en wilt u zeker zijn dat uw investering in aanmerking komt voor MIA, dan moet u nog dit jaar investeren.


Let op! U moet uw aanvragen voor EIA, MIA en Vamil binnen drie maanden na het aangaan van verplichtingen hebben ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.


Stel belastingheffing uit door een herinvesteringsreserve te vormen
Verkoopt u een bedrijfsmiddel voor een hogere prijs dan het bedrag waarvoor het in de boeken staat, dan moet u over het verschil belasting betalen. Dat kunt u uitstellen door het vormen van een herinvesteringsreserve. Voor de vorming en het bestaan van deze reserve is een voornemen tot herinvestering vereist. De reserve gebruikt u in beginsel als eerste afschrijving op de kostprijs van investeringen in andere bedrijfsmiddelen. Uiterlijk aan het einde van het derde jaar na het jaar van de verkoop moet u de reserve hebben benut. Doet u dat niet, dan moet u alsnog ineens belasting over de (resterende) reserve betalen. Een in 2014 gevormde reserve valt dus aan het einde van 2017 vrij. U kunt de vrijval en dus de belastingheffing ineens voorkomen door voor het einde van het jaar tot herinvestering over te gaan.


Tip! Leg uw herinvesteringsvoornemen nog voor de jaarwisseling vast.

Eindejaarstips schenken en erven

Vermogen overhevelen naar uw (klein)kinderen?Door tijdens uw leven (een deel van) uw vermogen over te

Vermogen overhevelen naar uw (klein)kinderen?
Door tijdens uw leven (een deel van) uw vermogen over te dragen aan uw kinderen kan de heffing van erfbelasting worden beperkt. Door schenkingen te spreiden in de tijd kunt u optimaal gebruik maken van de bestaande vrijstellingen.


Tip! Schenken kan door geld te geven, maar kan ook op papier. In het laatste geval moet u de schenking wel vastleggen in een notariële akte en jaarlijks een rente van 6% betalen over het geschonken bedrag.


Schenkingen aan uw kinderen zijn vrij van schenkbelasting tot € 5.320 (2017) per kind. Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt eenmalig een verhoogde vrijstelling van € 25.526 (2017). De verhoogde vrijstelling kan verder worden verhoogd tot € 53.176 als de schenking betrekking heeft op een dure studie van het kind.


Let op! Heeft u voor 1 januari 2010 gebruik gemaakt van de verhoogde vrijstelling, dan kunt u gebruik maken van de extra verhoging voor studie of woning, zij het tot maximaal € 27.650.


Voor schenkingen aan uw kleinkinderen of aan anderen geldt een vrijstelling van € 2.129.


Schenkingsvrijstelling eigen woning
Sinds 1 januari 2017 is de vrijstelling voor schenkingen die verband houden met de financiering van een eigen woning verruimd tot een bedrag van € 100.000. Om van deze vrijstelling gebruik te maken hoeft er geen familierelatie tussen schenker en verkrijger te zijn. De verkrijger of zijn partner moet tussen 18 en 40 jaar oud zijn. Het bedrag van € 100.000 wordt verminderd met eerder toegepaste verhoogde vrijstellingen, voor zover het gaat om schenkingen van ouders aan kinderen voor de eigen woning of de studie.


Tip! De vrijstelling geldt ook als de schenking wordt gespreid over drie jaren.


Overgangsregeling
Heeft u in 2015 of 2016 gebruik gemaakt van de verhoogde vrijstelling eigen woning voor een schenking aan uw kinderen? Dan kunt u deze schenking belastingvrij aanvullen. De vrijgestelde aanvulling is maximaal € 46.824, ongeacht of de vrijstelling in 2015 of 2016 volledig is benut. Voor schenkingen in de jaren 2010 tot 2015 waarbij een beroep is gedaan op de verhoogde vrijstelling eigen woning geldt dat belastingvrije aanvulling in 2017 niet mogelijk is. Dat geldt ook als de vrijstelling destijds niet volledig is benut.


Leen geld uit aan uw kinderen voor hun eigen woning
Wanneer u (een deel van) de benodigde financiering voor de eigen woning aan uw kinderen verzorgt, kan dat voor beide partijen gunstig zijn. U ontvangt een hogere rente dan op een spaarrekening haalbaar is en uw kinderen betalen wellicht minder rente dan zij aan de bank zouden moeten betalen. De rente voor een lening voor de eigen woning is aftrekbaar als de lening in maximaal 30 jaar volledig wordt afgelost. Dat geldt ook voor leningen van andere geldverstrekkers dan banken, zoals een lening van de ouders.


Let op! Een te lage rente kan als een schenking voor de schenkbelasting worden aangemerkt.


De lening kan gecombineerd worden met een (jaarlijkse) schenking aan de kinderen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de jaarlijkse vrijstelling van € 5.320. De kinderen kunnen de schenking gebruiken om de rente of de aflossing te betalen.


Bespaar erfbelasting door een testament
Een goed testament kan helpen om bij overlijden belasting te besparen. Soms wordt gekozen voor het verschuiven van erfbelasting in plaats van besparen van erfbelasting. Een mogelijke reden hiervoor is dat het geld vastzit, bijvoorbeeld in een huis of in beleggingen. Het kan fiscaal gunstig zijn om ook de kleinkinderen te laten erven, bijvoorbeeld door een legaat op te nemen in het testament. Een kleinkind kan van zijn grootouders een bedrag van € 20.209 belastingvrij erven.


Tip! Heeft u een testament? Laat eens controleren of het nog actueel is en nog past bij uw huidige situatie. Heeft u geen testament, overweeg dan om een testament op te stellen.

Eindejaarstips eigen woning

Controleer uw hypotheekGezien de lage rente die u krijgt op uw spaartegoed kan het aantrekkelijk zijn om

Controleer uw hypotheek
Gezien de lage rente die u krijgt op uw spaartegoed kan het aantrekkelijk zijn om (extra) af te lossen op uw hypotheekschulden. Hoewel de hypotheekrente nog steeds heel laag is, ligt deze toch een aantal procenten hoger dan de spaarrente. Boetevrije aflossing is vaak mogelijk tot 10 of zelfs 20% van de oorspronkelijke hoofdsom. Aflossing met spaargeld verlaagt bovendien het vermogen in box 3, waardoor u mogelijk minder belasting betaalt.


Tip! Overweeg om extra af te lossen op uw hypotheek.


Heeft u de rente in het verleden voor langere tijd vastgezet op een hoger niveau dan de huidige rente? Informeer bij uw bank naar de mogelijkheid van rentemiddeling of vraag eens wat het u kost aan boeterente om het contract open te breken en de rente op een lager niveau vast te zetten. Omdat er altijd een deel extra mag worden afgelost, kan dit voordelig zijn. De boeterente die u bij vervroegde aflossing moet betalen is aftrekbaar.


Tip! Oriënteer u ook eens bij andere geldverstrekkers dan uw huidige aanbieder. Ondanks de kosten van een nieuwe hypotheek kunt u voordeliger uit zijn door over te stappen. Denk eens aan uw eigen bv als geldverstrekker voor uw hypotheek.


Betaal hypotheekrente vooruit
Verwacht u in 2018 een veel lager inkomen in box 1 dan in 2017? Dan kan het aantrekkelijk zijn om de hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2018 vooruit te betalen en in 2017 tegen een hoger belastingtarief in aftrek te brengen.


Heeft u een restschuld na verkoop van uw woning?
Blijft u na de verkoop van uw woning met een restschuld zitten, dan kunt u de rente op de restschuld maximaal 15 jaar in aftrek brengen. De restschuld moet zijn ontstaan tussen 29 oktober 2012 en 31 december 2017. Omdat deze regeling eindigt, kan het zinvol zijn de verkoop van uw woning voor het einde van het jaar af te ronden wanneer de waarde van de woning lager is dan de hoogte van uw schuld.


Is uw woning een monument?
Als uw woning is opgenomen in het rijksmonumentenregister kunt u de onderhoudskosten in aftrek brengen tot 80% daarvan. Aftrekbaar zijn de kosten om het pand in bruikbare staat te herstellen of te houden. De regeling staat ter discussie en wordt op termijn waarschijnlijk vervangen door een subsidieregeling.

Vermogenstoets zorgtoeslag 2018

Het recht op zorgtoeslag is niet alleen inkomensafhankelijk, maar ook vermogensafhankelijk.
Met ingang

Het recht op zorgtoeslag is niet alleen inkomensafhankelijk, maar ook vermogensafhankelijk.


Met ingang van 1 januari 2018 hebben verzekerden met een vermogen boven het heffingvrije vermogen van meer dan € 83.415 geen recht op de zorgtoeslag. In 2017 was dat een bedrag van € 82.752 boven het heffingvrije vermogen. De verhoging is een gevolg van de jaarlijks toegepaste indexatie.