Vraag middeling aan

De middelingsregeling is bedoeld om mensen tegemoet te komen die een sterk wisselend inkomen in box 1

De middelingsregeling is bedoeld om mensen tegemoet te komen die een sterk wisselend inkomen in box 1 hebben. Daardoor kunt u het ene jaar wel en het andere jaar niet in het hoogste belastingtarief vallen met als gevolg dat u in totaal meer belasting hebt betaald dan bij een gelijkmatige verdeling van de inkomens over de jaren. Met de middelingsregeling kan een vermindering van belasting worden verkregen. De inkomens over drie opeenvolgende jaren worden gemiddeld waarna de belasting per jaar over het gemiddelde inkomen wordt berekend.

Het verschil tussen de aanvankelijk berekende belasting en de herrekende belasting, verminderd met een drempelbedrag van € 545, wordt op verzoek teruggegeven.

U moet een middelingsverzoek indienen binnen drie jaar nadat de laatste aanslag over de betrokken jaren definitief is geworden. Een kalenderjaar mag maar één keer in een middeling worden betrokken. De keuze voor een middelingstijdvak kan veel verschil maken voor de hoogte van het terug te ontvangen bedrag.

Bijtelling auto van de zaak

Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer

Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto's die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto's van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.

Bijtelling elektrische auto
De bijtelling voor een elektrische auto bedraagt 4% van de catalogusprijs. Sinds 2019 is de verlaagde bijtelling voor nieuwe auto's beperkt tot de eerste € 50.000 van de catalogusprijs en geldt voor het meerdere de reguliere bijtelling van 22%. Met ingang van 2020 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's omhoog naar 8% over de eerste € 45.000. Per 1 januari 2021 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's verder omhoog naar 12% over de eerste € 40.000.

Overweegt u een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2019 om gedurende 60 maanden het voordeel van de lagere bijtelling te hebben. Omdat de verlaagde bijtelling voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet geldt, kunt u overwegen om een jonge gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. Dat kan ook nog in 2020. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.

Controleer de rittenadministratie
Er hoeft geen bijtelling plaats te vinden als uw werknemer kan bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé rijdt met de auto. Dat bewijs kan hij leveren met een sluitende rittenadministratie. U moet deze rittenadministratie controleren en bij de loonadministratie bewaren. Klopt de administratie niet, dan moet u bijtellen bij het loon van de werknemer. Ook bij gebruik van een verklaring geen privégebruik auto moet uw werknemer kunnen bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé met de auto rijdt.

Betaal hypotheekrente vooruit

Vooruitbetaalde hypotheekrente is aftrekbaar als deze betrekking heeft op de eerste zes maanden van het

Vooruitbetaalde hypotheekrente is aftrekbaar als deze betrekking heeft op de eerste zes maanden van het volgende jaar. Het kan aantrekkelijk zijn om hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2020 nog in 2019 te betalen. De betaling verlaagt uw banktegoed en daarmee de belastingheffing in box 3. Daarnaast wordt het effect van de hypotheekrenteaftrek in 2020 verkleind door de verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting. Ook als u in 2020 een lager inkomen verwacht is het voordelig om de hypotheekrente vooruit te betalen.

Aftrek geen of lage hypotheek
Als de betaalde hypotheekrente lager is dan het eigenwoningforfait heeft u recht op een aftrek. Deze aftrek voorkomt een bijtelling bij het inkomen voor huisbezitters die hun hypotheek (bijna) hebben afgelost. Met ingang van 1 januari 2019 vermindert de aftrek in een periode van 30 jaar.

Bijtelling privégebruik fiets

Wanneer een werknemer een fiets ter beschikking heeft gekregen van zijn werkgever, dan moet voor het

Wanneer een werknemer een fiets ter beschikking heeft gekregen van zijn werkgever, dan moet voor het privégebruik van de fiets een bijtelling bij het loon plaatsvinden. Met ingang van 2020 geldt een forfaitaire bijtelling van 7% van de waarde van de fiets op jaarbasis.

Tot en met 2019 moet de werkelijke waarde van het privégebruik worden bijgeteld. Dat is in de praktijk een lastige opgave en daarom wordt een forfaitaire bijtelling ingevoerd.

Verrekenbeding huwelijkse voorwaarden

Huwelijkse voorwaarden is de manier waarop echtgenoten afwijkingen van het wettelijke regime van de

Huwelijkse voorwaarden is de manier waarop echtgenoten afwijkingen van het wettelijke regime van de verdeling van goederen vastleggen. Huwelijkse voorwaarden bevatten vaak een vorm van periodieke verrekening van de inkomsten. In veel gevallen vervalt het recht op verrekening als er niet binnen een zekere termijn is verrekend. In de praktijk vindt periodieke verrekening tijdens het huwelijk vrijwel nooit plaats. Mocht het huwelijk stranden, dan kan het niet verrekenen ertoe leiden dat het totale vermogen wordt verdeeld alsof er een gemeenschap van goederen was. Wie dat wil voorkomen doet er goed aan voor het einde van het jaar het inkomensoverschot te verdelen.

Benut de mogelijkheden van de werkkostenregeling

Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon

Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt 1,2% van de fiscale loonsom. Is het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemers hoger dan de vrije ruimte, dan moet u over het meerdere een zogenaamde eindheffing van 80% betalen.

Let op! In 2020 gaat de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de loonsom omhoog naar 1,7%.

Bonussen en eindejaarsuitkeringen zijn doorgaans bruto. Wellicht dat u deze uitkeringen geheel of gedeeltelijk belastingvrij kunt doen, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor reiskosten. Mogelijk hebt u nog een deel van de vrije ruimte over om bonussen belastingvrij uit te betalen.

Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gelden aparte vrijstellingen, die niet ten laste komen van de vrije ruimte. Wanneer de vergoeding hoger is dan de daarvoor geldende norm, dan is het deel boven de norm belastbaar loon voor de werknemer. Er zijn ook verstrekkingen die op nihil worden gewaardeerd. Daarvoor hoeft dus geen bedrag bij het loon geteld te worden.

Dividend

Het tarief voor dividenduitkeringen aan dga's bedraagt in 2019 25%. In 2020 gaat dit tarief omhoog

Het tarief voor dividenduitkeringen aan dga's bedraagt in 2019 25%. In 2020 gaat dit tarief omhoog naar 26,25% en in 2021 naar 26,9%. De tariefstijging van box 2 van de inkomstenbelasting hangt samen met de verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting voor de winsten van de bv. Het tarief voor de eerste € 200.000 winst bedraagt in 2019 19%, in 2020 16,5% en in 2021 15%. Voor het deel van de winst vanaf € 200.000 is het tarief in 2019 en 2020 25% en in 2021 21,7%.

De tariefstijging in box 2 kan een aanleiding zijn om nog dit jaar een dividenduitkering te doen, bijvoorbeeld om een schuld aan de bv af te lossen. Denk wel aan de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing in box 3 van een dividenduitkering voor de jaarwisseling.

Afkoop pensioen in eigen beheer?

Tot eind 2019 heeft u de mogelijkheid om een in eigen beheer opgebouwde pensioenvoorziening fiscaal

Tot eind 2019 heeft u de mogelijkheid om een in eigen beheer opgebouwde pensioenvoorziening fiscaal vriendelijk af te kopen. Dat gebeurt door eerst de pensioenaanspraak op de balans van de bv belastingvrij te verlagen van de commerciële naar de fiscale waarde. Vervolgens moet loonbelasting worden berekend over de fiscale waarde minus een korting. Deze korting bedraagt 19,5% in 2019.

Overweegt u afkoop van de voorziening, dan verdient het de voorkeur om dat nog in 2019 te doen vanwege de korting. De korting wordt berekend over de fiscale balanswaarde van het pensioen op 31 december 2015. Ook als de pensioenaanspraak is omgezet in een oudedagsverplichting heeft u tot en met 2019 de mogelijkheid om deze af te kopen. De kortingsregeling geldt ook bij afkoop van een oudedagsverplichting.

Bij afkoop van het pensioen in eigen beheer hoeft geen revisierente betaald te worden.

Beperk de belastingheffing in box 3

Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden.

Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden. Alleen erfbelastingschulden kunnen als schuld in box 3 worden opgevoerd. U kunt de belastingheffing in box 3 beperken door uw belastingschulden voor de jaarwisseling te betalen. Als u verwacht dat u belasting moet (bij)betalen, is het raadzaam om de Belastingdienst te vragen om een voorlopige aanslag of om een aangifte in te dienen en de aanslag voor de peildatum te betalen. Heeft u het verzoek uiterlijk acht weken voor het einde van het jaar gedaan, maar heeft de Belastingdienst nog niet of te laat gereageerd op het verzoek, dan mag u het nog niet betaalde bedrag wel als schuld in box 3 aanmerken.

Maak gebruik van de vrijstellingen
Er bestaan diverse vrijstellingen in box 3, bijvoorbeeld voor voorwerpen van kunst en wetenschap en voor groene beleggingen. Het kan aantrekkelijk zijn om belast vermogen (tijdelijk) om te zetten in vrijgesteld vermogen. Belegt u groen, dan bespaart u niet alleen belasting in box 3, maar profiteert u ook van een extra heffingskorting in box 1 van 0,7% van de waarde van de vrijgestelde beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling van maximaal € 58.540 per persoon (€ 117.080 voor fiscale partners).

Transitievergoeding

Met invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) per 1 januari 2020 ontstaat het recht op een

Met invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) per 1 januari 2020 ontstaat het recht op een transitievergoeding bij ontslag niet pas als het dienstverband twee jaar heeft geduurd, maar direct bij indiensttreding. De transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar, ongeacht de duur van het dienstverband. Wat niet verandert is dat de werknemer in beginsel geen recht heeft op een transitievergoeding bij beëindiging op zijn initiatief. Dat is anders als het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De bestaande verhogingen van de transitievergoeding voor dienstverbanden langer dan tien jaar en voor 50-plussers vervallen.

Overgangsrecht
De huidige regeling van de transitievergoeding kent een tijdelijke regeling voor oudere werknemers en een overbruggingsregeling. Deze regelingen vervallen per 1 januari 2020. Bij wijze van overgangsrecht zijn deze regelingen nog van toepassing als:

  • de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 is opgezegd;
  • de werknemer voor 1 januari 2020 schriftelijk heeft ingestemd met een beëindigingsvoorstel;
  • de arbeidsovereenkomst is opgezegd met toestemming van het UWV en het verzoek om toestemming is gedaan voor 1 januari 2020; of
  • het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 is ingediend.