Kamervragen verplicht gebruik eHerkenning

Ondernemers loggen tot nu toe in op de website van de Belastingdienst met behulp van gebruikersnaam en

Ondernemers loggen tot nu toe in op de website van de Belastingdienst met behulp van gebruikersnaam en wachtwoord. Daar komt verandering in. Rechtspersonen en samenwerkingsverbanden moeten met ingang van 2020 gebruik gaan maken van eHerkenning om in te loggen voor het doen van aangifte. Ondernemers met een eenmanszaak kunnen inloggen met DigiD. eHerkenning is een digitale sleutel. Om in te loggen bij de Belastingdienst is ten minste niveau 3 nodig. eHerkenning is geen (gratis) dienst van de overheid maar een betaalde dienst van private aanbieders. Omdat rekening gehouden moet worden met een behandeltermijn voor de aanvraag van eHerkenning is het raadzaam daar niet te lang mee te wachten. De eerste aangiften over 2020 moeten immers eind februari 2020 worden ingediend.  

In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld aan de staatssecretaris van Financiën over de verplichting om eHerkennning te gebruiken voor het doen van belastingaangifte. De Belastingdienst heeft daarover onlangs brieven gestuurd naar ondernemers. Gevraagd is naar de wettelijke grondslag waarop de verplichting om aangifte te doen met eHerkenning berust. Verder wil de vragensteller weten hoe de staatssecretaris er, bij het ontbreken van een wettelijke grondslag, voor gaat zorgen dat zonder eHerkenning toch aangifte gedaan kan worden en dat er geen chaos ontstaat bij het doen van aangifte.

Kabinetsreactie rapport commissie herijking ouderschap

De staatscommissie herijking ouderschap heeft de regering geadviseerd onder bepaalde voorwaarden

De staatscommissie herijking ouderschap heeft de regering geadviseerd onder bepaalde voorwaarden juridisch meerouderschap en meeroudergezag mogelijk te maken. In het regeerakkoord is afgesproken om de gevolgen voor belastingen en toeslagen van meerouderschap en meeroudergezag in beeld te brengen. Dat onderzoek is door de Belastingdienst uitgevoerd.

De staatscommissie heeft in haar rapport aangegeven dat aansluiting zou kunnen worden gezocht bij de fiscale regelingen voor co-ouderschap. Er is sprake van co-ouderschap als een kind tegelijkertijd tot het huishouden van beide, niet samenwonende, ouders behoort en afwisselend bij de ene en de andere ouder verblijft. Bij meerouderschap kan een vorm van co-ouderschap zich voordoen als er twee huishoudens zijn waartoe het kind behoort en afwisselend verblijft. Het uitgangspunt van de staatscommissie is dat er maximaal vier ouders zijn, verdeeld over maximaal twee huishoudens. De regeling voor meerouderschap zou volgens de staatscommissie toegankelijk moeten zijn voor de geboortemoeder, de genetische ouders en de levensgezellen van deze personen. Omdat de kans reëel is dat de relaties van deze personen geen standhouden en dat een meerouder, eventueel met een nieuwe partner, een afzonderlijk huishouden gaat vormen, kan de regeling van co-ouderschap niet onverkort worden ingepast. In het onderzoek naar de gevolgen op het gebied van belastingen en toeslagen heeft de Belastingdienst zich beperkt tot die regelingen waarvan op voorhand duidelijk is dat een gewijzigde ouder-kindrelatie van invloed kan zijn.

Meerouderschap

Een civielrechtelijke regeling voor meerouderschap werkt door naar de inkomstenbelasting, de schenk- en erfbelasting, de vennootschapsbelasting en inkomensafhankelijke regelingen zoals het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag. Binnen de inkomstenbelasting gaat het om de fiscale partnerregeling, de winstsfeer inclusief bedrijfsopvolgingsregelingen, box 2, box 3 en heffingskortingen.

De vraag is of meerouderschap tot gevolg moet hebben dat meer dan twee personen elkaars fiscale partner kunnen zijn. Het huidige fiscale stelsel gaat uit van twee fiscale partners. Het vergroten van het aantal mogelijke partners heeft verstrekkende gevolgen. Aanbevolen wordt de fiscale partnerregeling onveranderd te laten. Dat geldt ook voor de toeslagpartner. Wel moet worden bezien hoe en in welke gevallen het zijn van (meer)ouder zou moeten leiden tot de kwalificatie van fiscaal partner.

De invoering van de mogelijkheid om ook na de geboorte van het kind extra ouderschap te creëren door eenvoudige adoptie houdt een risico van oneigenlijk gebruik in. De vrijstellingen en tarieven in de schenk- en erfbelasting en de faciliteiten in de inkomstenbelasting leveren zo veel voordeel op voor kinderen dat het creëren van aanvullend ouderschap om fiscale overwegingen aantrekkelijk kan zijn.

De invoering van meerouderschap kan tot ongewenste gevolgen leiden bij de inkomensafhankelijke combinatiekorting, zolang die regeling is gekoppeld aan het fiscale partnerbegrip. Een oplossing kan gevonden worden door de faciliteit te koppelen aan de samenstelling van het huishouden in plaats van aan het fiscale partnerschap. Dit geldt ook voor de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget.

De invoering van meerouderschap heeft voor box 2, de winstsfeer en de vennootschapsbelasting tot gevolg dat er een grotere groep van personen ontstaat op wie de regelingen van toepassing zijn door het laten ontstaan van omvangrijkere familierechtelijke betrekkingen. Dat geldt ook voor box 3. Omdat het vermogen van een kind bij meerouderschap over meerdere ouders verdeeld wordt, kan er tot vier keer een heffingvrij vermogen van een ouder in aanmerking worden genomen voordat belasting wordt geheven over het vermogen van het kind.

Voor de schenk- en erfbelasting betekent meerouderschap een toename van het bereik van de faciliteiten voor ouders en kinderen, zoals vrijstellingen en een lager tarief. Dat wordt voor de schenkbelasting deels gematigd door het samentellen van schenkingen van ouders, ook als zij geen gezamenlijke huishouding vormen.

Meeroudergezag

De invoering van meeroudergezag heeft beperkte fiscale gevolgen. Die beperken zich tot de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting. Meeroudergezag lijkt geen doorwerking te hebben naar toeslagen.

Het resultaat uit overige werkzaamheden, de inkomsten uit eigen woning, het inkomen uit aanmerkelijk belang, de rendementsgrondslag van box 3 en de te verrekenen dividendbelasting van een minderjarig kind worden toegerekend aan de ouder die het gezag over het kind uitoefent. Meeroudergezag heeft voor box 3 tot gevolg dat drie- tot viermaal een heffingvrij vermogen in aanmerking kan worden genomen.

Voor de schenk- en erfbelasting zijn de gevolgen van meeroudergezag grotendeels gelijk aan de gevolgen van meerouderschap. Een persoon met oudergezag wordt voor de toepassing van de schenk- en erfbelasting gelijkgesteld met de juridische ouder. De persoon met meeroudergezag zou daarmee ook worden gelijkgesteld met de meerouder. Dat kan aanleiding zijn om deze gelijkstelling te herzien, bijvoorbeeld door aanvullende voorwaarden te stellen zoals die gelden voor pleegouders.

Draagmoederschap

De voorgestelde regeling voor draagmoederschap heeft weinig gevolgen voor belastingen en toeslagen. Wel zal de door de staatscommissie voorgestelde vergoeding voor de draagmoeder doorgaans belast zijn, met gevolgen voor het recht op toeslagen.

Belastingdienst en AVG

Op 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Al snel werd

Op 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Al snel werd duidelijk dat de Belastingdienst niet kon voldoen aan de door de AVG gestelde eisen met betrekking tot persoonsgegevens. In een brief aan de Tweede Kamer rapporteert de staatssecretaris van Financiën over de stand van zaken binnen de Belastingdienst met betrekking tot de AVG.

Inmiddels heeft de Belastingdienst de nodige maatregelen getroffen om te voldoen aan de AVG. Het is echter nog niet gelukt om alle verouderde gegevens te verwijderen. Daar zijn twee oorzaken voor aan te wijzen. Voor een aantal oude systemen zijn ingrijpende aanpassingen nodig om verouderde gegevens op basis van de AVG-normen te kunnen verwijderen. Dat is op korte termijn niet mogelijk. Daarnaast dienen alle digitale documenten op basis van de inhoud beoordeeld te worden op de aanwezigheid van persoonsgegevens, aangezien de bestandsnaam of het bestandsformaat niets zegt over de inhoud van een bestand. De verouderde documenten worden in een datakluis geplaatst. De persoonsgegevens zijn niet langer toegankelijk voor medewerkers van de Belastingdienst, maar alleen voor de aangewezen beheerders.

Op de website van de Belastingdienst staat een privacyverklaring. De privacyverklaring geeft informatie over de persoonsgegevens die de Belastingdienst verwerkt van burgers, bedrijven en eigen personeel, waar die gegevens vandaan komen en aan wie ze eventueel geleverd worden. Een samenvatting van het register van verwerkingen is gepubliceerd als bijlage bij de privacyverklaring.

De Belastingdienst heeft maatregelen genomen om het intern oneigenlijk delen van gegevens te voorkomen.

Overgangsrecht Brexit aangekondigd

Op 29 maart 2019 stapt het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de EU. Gezien de verwerping van het met de EU

Op 29 maart 2019 stapt het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de EU. Gezien de verwerping van het met de EU gesloten akkoord door het Britse Lagerhuis moet rekening worden gehouden met een no-deal Brexit. Het vertrek uit de EU heeft tot gevolg dat het VK een derde land wordt. Dat heeft fiscale gevolgen in een groot aantal situaties. Deze gevolgen treden in zodra het vertrek uit de EU een feit is. De staatssecretaris heeft aangekondigd dat hij die gevolgen wil opvangen met een vorm van overgangsrecht ingeval van een no-deal. De staatssecretaris denkt aan een regeling waarin het VK voor een aantal belastingwetten gedurende het lopende belastingjaar wordt beschouwd als onderdeel van de EU. Dat betekent dat het huidige fiscale regime de rest van het belastingjaar van toepassing blijft en pas met ingang van het nieuwe belastingjaar wijzigt.

Per belastingsoort wordt bekeken of overgangsrecht nodig is. Het beleidsbesluit, waarin het overgangsrecht wordt vastgelegd, zal pas definitief worden vastgesteld als duidelijk is, dat het VK de EU verlaat zonder akkoord.

Grenzen NHG 2019 vastgesteld

De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is een verzekering voor kopers van een woonhuis. Tegen betaling van

De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is een verzekering voor kopers van een woonhuis. Tegen betaling van een eenmalige premie bij het aangaan van de hypothecaire lening biedt de NHG een vangnet tegen financiële problemen. De koopsom of marktwaarde van de woning mag niet boven een vastgesteld bedrag liggen om een hypotheek met NHG af te kunnen sluiten. De koopsom voor een woning zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt voor het jaar 2019 maximaal € 290.000. Voor woningen met energiebesparende voorzieningen is dit € 307.400. Voor 2018 gelden maxima van € 265.000 en € 280.900.


De NHG-premie wordt jaarlijks vastgesteld op basis van actuarieel onderzoek. De minister van binnenlandse zaken heeft besloten dat de NHG-premie in 2019 van 1,0 naar 0,9% van het bedrag van de hypothecaire lening daalt.

Planning Financiën voor restant 2018

De minister van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer de planning voor de laatste maanden van

De minister van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer de planning voor de laatste maanden van 2018 gegeven. Het gaat om wetsvoorstellen, brieven en rapportages die de staatssecretaris en de minister van plan zijn naar de Kamer te sturen.


Naast verwachte zaken als de wetsvoorstellen die gezamenlijk het Belastingplan 2019 vormen gaat het onder meer om de kabinetsreactie over belastingheffing in box 3 op basis van werkelijk rendement in september, een evaluatie van de middelingsregeling in de inkomstenbelasting in oktober, een brief over de deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) en een rapportage over de herziening van de rulingpraktijk in november. Voor december vermeldt de planning een evaluatie van regelingen in de overdrachtsbelasting en een brief over de uitkomsten van het onderzoek van de commissie van deskundigen naar het gebruik van het BSN in het btw-identificatienummer.

Nationaal sportakkoord

De minister van Sport heeft een akkoord gesloten met de sport, gemeenten en maatschappelijke organisaties

De minister van Sport heeft een akkoord gesloten met de sport, gemeenten en maatschappelijke organisaties en bedrijven. Dit nationale sportakkoord houdt onder meer in dat er ruim 700 extra buurtsportcoaches komen en dat de onbelaste vrijwilligersvergoeding omhooggaat van € 1.500 naar € 1.700 per jaar. Verder komt er een bedrag van € 87 miljoen beschikbaar aan subsidie voor sportverenigingen die investeren in accommodaties en voor beweegprogramma’s voor kinderen onder de zes jaar. Alle bij het sportakkoord betrokken partijen betalen mee om de ambities te realiseren.


Het nationaal sportakkoord bestaat uit vijf deelakkoorden, die gesloten zijn door veel verschillende partijen. Het gaat om de volgende akkoorden:



  1. inclusief sport en bewegen;

  2. van jongs af aan vaardig in bewegen;

  3. duurzame sportinfrastructuur;

  4. vitale aanbieders;

  5. positieve sportcultuur.

Grensoverschrijdende constructies

In een poging om een betere afstemming te krijgen in de internationale belastingheffing en

In een poging om een betere afstemming te krijgen in de internationale belastingheffing en belastingontwijking tegen te gaan wordt een eerste maatregel genomen. Met ingang van 1 juli 2020 worden adviseurs, zoals belastingadviseurs en accountants, verplicht om grensoverschrijdende constructies te melden welke zijn bedoeld om belasting te ontwijken. Onderdeel van de regelgeving is dat de meldingsplicht geldt voor constructies die na 25 juni 2018 zijn opgezet. De informatie over de periode van 25 juni 2018 tot 1 juli 2020 hoeft pas uiterlijk 31 augustus 2020 aan de Belastingdienst te worden verstrekt. In oktober 2020 zal er een eerste informatieuitwisseling tussen lidstaten plaatsvinden. Een betere afstemming is een eerste stap in het voorkomen van misbruik. Ook wordt verwacht dat de maatregel preventief zal werken.


De wetgeving wordt thans voorbereid en dient te voldoen aan de richtlijnen van de Europese Unie. In het najaar zal er een consultatieronde plaatsvinden. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Fiscale aspecten cryptovaluta

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Eerste Kamer een uiteenzetting gegeven over

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Eerste Kamer een uiteenzetting gegeven over de fiscale aspecten van cryptovaluta, zoals de bitcoin. Omdat de ontwikkelingen rond cryptovaluta snel gaan is niet uit te sluiten dat de fiscale kwalificatie en behandeling van cryptovaluta veranderen.


Particulieren en cryptovaluta
Volgens vaste jurisprudentie vormen speculatieve transacties en transacties waarvan het eindresultaat niet beïnvloedbaar is door de verrichte arbeid geen bron van inkomen. Dat geldt ook voor de handel in cryptovaluta. Als er structureel positieve resultaten worden behaald die kunnen worden verklaard door arbeid van de betrokkene, die verder gaat dan de arbeid die met speculatie samenhangt, is wel sprake van een bron van inkomen. Bij het minen en handelen in cryptovaluta door een natuurlijk persoon zal niet snel sprake zijn van een bron van inkomen. Vermogensbestanddelen van een natuurlijk persoon behoren tot de rendementsgrondslag van box 3, tenzij sprake is van vermogensbestanddelen die in box 1 of box 2 vallen. Cryptovaluta van een natuurlijk persoon vallen in box 3 en moeten naar de waarde in het economisch verkeer op 1 januari van een kalenderjaar worden opgenomen in de aangifte inkomstenbelasting. De staatssecretaris gaat daarbij uit van de koers op de peildatum van het gebruikte omwisselplatform.


Ondernemers en cryptovaluta
Als de tegenprestatie voor de verkoop van goederen of de levering van diensten door een ondernemer uit cryptovaluta bestaat, moet deze worden omgerekend naar een equivalent in euro’s. Het bedrag in euro’s wordt tot de omzet gerekend voor de winstbepaling en voor de omzetbelasting. Omwisselen van cryptovaluta kan een verlies of een winst opleveren. Cryptovaluta die op de balansdatum aanwezig zijn moeten worden gewaardeerd volgens goed koopmansgebruik. De hoofdregel is waardering op kostprijs of lagere marktwaarde.


Loonbetaling in cryptovaluta
Als loon wordt uitbetaald in cryptovaluta moet het loon voor de aangiften loonbelasting worden omgerekend in euro’s op het moment dat het loon wordt genoten.


Cryptovaluta en ib-ondernemer
Bij de aankoop van cryptovaluta door een ib-ondernemer speelt het leerstuk van de vermogensetikettering. Als cryptovaluta worden aangeschaft met duurzaam overtollige liquide middelen vormen zij geen ondernemings- maar privévermogen en vallen zij in box 3. Dat geldt ook als de aankoop van cryptovaluta niet plaatsvindt binnen de normale ondernemingsuitoefening en er geen sprake is van het beleggen van tijdelijke overtollige middelen.


Cryptovaluta en bv
Een bv drijft een onderneming met het gehele vermogen. De resultaten van het minen en de aan- en verkoop van cryptovaluta moeten volgens goed koopmansgebruik in de winst van de bv worden verwerkt.

Planningsbrief ministerie van Financiën

De minister van Financiën heeft de jaarplanning voor 2018 van zijn ministerie naar de Tweede Kamer

De minister van Financiën heeft de jaarplanning voor 2018 van zijn ministerie naar de Tweede Kamer gestuurd. De jaarplanning omvat een overzicht van stukken, wetsvoorstellen, brieven, rapportages en dergelijke die in de loop van het jaar te verwachten zijn. In de begeleidende brief merkt de minister op dat de uitwerking van het regeerakkoord zal leiden tot een omvangrijk fiscaal wetgevingspakket. Dat pakket is niet opgenomen in deze planning.


In de maand februari kan de Kamer brieven van de minister verwachten over belastingontwijking en het tegengaan van brievenbusfirma’s, een kabinetsreactie over belastingheffing in box 3 op basis van het werkelijke rendement en een evaluatie van de werkkostenregeling.
In de maand september komt een evaluatie van de wetgeving Autobrief II.
Voor de maand december kondigt de minister evaluaties aan van de middelingsregeling in de inkomstenbelasting en van diverse regelingen in de overdrachtsbelasting.